“Ik doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik.”
Lucas 3,16 – Feest van het Doopsel van de Heer
Het is een deel van het antwoord dat Johannes de Doper volgens Lucas geeft wanneer het volk rondom hem zich afvraagt of hij de verwachte persoon is die hen zal komen bevrijden. Uit onrechtvaardige structuren. Uit innerlijke onrust. Uit de kwetsure die op hun relatie met God rustte. Ik beeld me in dat ik zelf tussen dat volk sta en vraag me af welk gevoel ik aan Johannes’ reactie zou overhouden. Voel ik me teleurgesteld in de beperkte redding die Johannes zelf kan brengen? Of stemt het me net hoopvol dat er nóg iemand te verwachten valt die me zelfs op een dieperliggend niveau zou kunnen bevrijden? Teleurstelling en hoop gaan wellicht vaak hand in hand in het leven.
Ik herken de teleurstelling wanneer ik er niet alleen in slaag om de onrust van een geliefd iemand weg te nemen. Om te beantwoorden aan uitgesproken en onuitgesproken verwachtingen. Om een oplossing te vinden voor problemen die een oplossing verdienen. Om ‘de hele wereld’ te kunnen zijn voor de mensen van wie ik hou. En evenzeer duikt de teleurstelling soms op in mijn kijk op andere mensen. Van wie ik onbewust wellicht ook verwacht dat ze mij iets zouden schenken of van het een en ander zouden bevrijden.
Terzelfdertijd stemt de uitgelichte Evangeliezin me ook heel hoopvol. Vooreerst in al die situaties waarin ik me zelf mislukt voel. Want het vertrouwen in de komst van ‘iemand sterker’ maakt gedeelde verantwoordelijkheid mogelijk. Alles staat of valt niet met mijn al dan niet mislukte bijdrage. Ook in al die situaties waarbij ik boosheid en verdriet voel om het tekortschieten van anderen, schenken Lucas’ woorden me toekomst. Want ieder kan maar doen wat er op dat specifieke moment binnen zijn/haar mogelijkheden ligt. In de hoop dat een sterker Iemand het tot vervulling zal brengen. Op een eigen moment. Op geheel eigen wijze.
En misschien nog het mooist van al: Lucas laat nergens uitschijnen dat Johannes zich op de een of andere manier minderwaardig voelt ten aanzien van de ‘sterkere’ Jezus of dat Jezus zijn macht misbruikte omwille van zijn positie als ‘meerdere’. Johannes en Jezus bestaan gewoon naast elkaar. Met elk hun eigen roeping en bijhorende verantwoordelijkheid naar het volk toe.
Ik wil graag dankbaar zijn voor al het ‘dopen met water’ dat jij en ik toevertrouwd krijgen telkens wanneer we met een ander begaan zijn. En uitkijken naar die Iemand met wie we op elk moment verbinding kunnen maken ter versterking van onze eigen goede bedoelingen en bezigheden.

Geef een reactie