“Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.”
Johannes 20,29 – Beloken Pasen
“Mama, wat gaan we morgen allemaal doen?” Sinds enkele weken is het een standaardvraag wanneer ik Mara-Lea in bed stop en op het punt sta om haar kamertje te verlaten. Bij het luiken van de ene dag schenkt het haar gemoedsrust en veiligheid om te weten wat de volgende dag zoal zou kunnen brengen.
Met de internationale nieuwsberichten in maag en hoofd kan ik mezelf minder goed geruststellen als ik denk aan de dag van morgen. Alsof er veel te veel te horen en te zien is om nog geloof te hebben. Het zou me op dit moment gemakkelijker vallen om te geloven zonder te zien.
In die zin bewonder ik de Tomas uit het evangelie van de tweede paaszondag. Hij vindt het moeilijk om te geloven dat zijn medeleerlingen de verrezen Jezus hebben ontmoet en wil Hem daarom zelf zien. Hij vraagt er zelfs uitdrukkelijk naar om de wonden van de gekruisigde Jezus aan te raken. Wat me opvalt is dat hij niet verstijft bij de aanblik van al dit lijden. Integendeel, het maakt dat hij de Jezus van wie hij hield herkent en zich opnieuw met Hem kan verbinden.
Vandaag zie ik de wereld met gapende wonden voor mij staan. Ze vraagt zich af of ik haar nog herken. Of ik nog van haar hou. Of ik nog in haar geloof. En of ik morgen nog iets samen met haar wil doen.

Geef een reactie