“Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.”
Handelingen 1,11 – Hemelvaart van de Heer
We zitten aan tafel wanneer Mara-Lea plots een liedje begint te zingen. Het blijkt Hansje Pansje Kevertje te zijn. Juf Enith heeft het haar geleerd, zo zegt ze. De tekst heeft het over een kevertje dat op een heg wil kruipen, maar door de regen terug naar beneden wordt gespoeld. Zodra de zon alles weer droog maakt, onderneemt het kevertje echter een nieuwe poging om omhoog te klimmen. Mara-Lea vindt het kevertje dapper.
Het feest van Hemelvaart van de Heer gaat ook over een tocht naar ‘omhoog’. En wanneer we het hele levensverhaal van Jezus in rekening brengen, is er niet alleen sprake van een opgaande, maar ook van afdalende bewegingen. Vanuit zijn hemelse bestemming komt Jezus ‘naar beneden’ om op aarde tussen de mensen te wonen. Met Hemelvaart keert Hij terug naar de hemel, met de belofte om opnieuw naar de aarde te komen wanneer de tijd is aangebroken dat Gods droom voor de wereld helemaal werkelijkheid kan worden.
Anders dan het kinderlied met de kever voor ogen heeft, zijn de Evangelieën er niet op uit om Jezus’ dapperheid te verkondigen. Jezus keert immers niet uit zichzelf naar de hemel terug. God ‘nam hem weg’ van de aarde, net zoals het initiatief van Hem uitging om Jezus, zijn Zoon, naar de aarde te zenden. En toch is ook hier een bijzondere vorm van moed in het spel. Zowel aan de kant van God, de Vader, als aan de kant van Jezus, de Zoon.
God deinsde er immers geen moment voor terug om zijn Zoon toe te vertrouwen aan de wereld. Evenmin aarzelde Hij om diezelfde Zoon, als een misdadiger getormenteerd en gekruisigd, terug bij Hem op te nemen. Jezus zelf komt eerder in beeld als een anti-held, als iemand die dit alles aan zich laat gebeuren. Maar precies vanuit die kwetsbaarheid getuigt hij meer dan wie ook van grote moed. Van de dapperheid tot overgave. Van het vertrouwen om zich volledig in de handen van de Vader te leggen.
Met haar bewondering voor het dappere kevertje liet Mara-Lea mij iets laten aanvoelen van het geloof in een dappere God. En van het geloof in de door God gedragen kracht in mensen om naar omhoog te kunnen kijken, zelfs al worden ze naar beneden gehaald.

Geef een reactie