“Tomas zei tot Hem: ‘Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?’”
Johannes 14,5 – Vijfde paaszondag
Als kind en jongere was ik niet iemand die zich veel doelen voor later voorop stelde. Ik wist niet precies of ik ooit wou trouwen of hoeveel kindjes ik zou wensen. De mooiste dingen zijn maar gaandeweg op mijn pad gekomen en voelden steeds aan als bestemd en verrassend tegelijkertijd.
Tegenwoordig ben ik dat vertrouwen in mijn weg vaker kwijt. Uit bezorgdheid om de toekomst probeer ik te zoeken naar de doelen waar ik zeker naar toe moet. En tracht ik mijn weg daar aan aan te passen. Maar soms weet ik gewoon niet waarheen en herken ik me sterk in Tomas’ vraag. Als ik niet precies weet wat mijn einddoel is, hoe kan ik dan weten welke eerstvolgende stap ik moet zetten?
Jezus wil zijn leerlingen gerust stellen. Je doel zal als vanzelf wel dichterbij komen, als je de weg volgt, zo lijkt Jezus te suggereren. Het huis van de Vader zal voor de leerlingen maar te vinden zijn, als ze eerst de weg volgen die Jezus zelf is gegaan.
Zelfs al stellen we ons als mensen bepaalde doelen voor ogen, vaak is het toch maar onderweg en gaandeweg dat we onze eigenlijke bestemming leren kennen. Dat kan inderdaad zorgen baren. Maar het zou ons evenzeer kunnen troosten. Want ook als we de weg zelf niet kennen, ligt er een bestemming in het verschiet. Ook voor jou en mij heeft Jezus een plaats bereid.

Geef een reactie