“Plotseling kwam er uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij zaten, was er vol van.”
Handelingen 2,2 – Pinksteren
Begin deze week nam ik op mijn werk deel aan een samenkomst. We spraken er over roeping. Al gauw vulde de hele zaal zich met diepgaande getuigenissen. De mensen daar aanwezig voelden zich echt op de plek waar ze moesten zijn. Daar waar ze zich geroepen voelden, konden ze ook helemaal zichzelf zijn.
De volheid van die getuigenis confronteerde mij binnenin. Net als in het verhaal uit de Handelingen klonk er voor mij ‘gedruis’ en was de wind even ‘hevig’. Bevond ik me zelf wel op de plek waar ik geroepen werd? Voelde ik me zelf wel zo vervuld?
Maar al vlug vonden mijn gedachten – en waarschijnlijk ook vooral mijn hart -zich een weg naar Mara-Lea. Zij was vier jaar geleden als de hemel die binnenkwam in een woelige tijd. Zij was zeker en vast ook degene die de sfeer of ‘geest’ in ons huis ver-vol-ledigde en maakte dat het een echte thuis werd. Haar energieke wind brengt ons meer dan ooit in beweging naar datgene waar het ten diepste om draait in het leven. Zij riep en roept mij. In alle betekenissen van het woord. En brengt me dichterbij Hem.

Geef een reactie